Noteringenverloop
Hitlijsten zijn niet meer wat ze geweest zijn. En dan bedoel ik niet alleen inhoudelijk, maar meer het verloop van de noteringen. Er is een duidelijke tendens te zien door de jaren heen, door de decennia heen. Voor het gemak kijk ik alleen even naar de Top 40, de vroegere Nederlandse Top 40 dat nu geloof ik de Media Markt Top 40 heet. Toch ooit een voorbeeld van de Jaderlandse Top 40, die eerst genoemde althans. De aanleiding om dat eens te bestuderen is het feit dat er nu in 2018 weer wekelijks Jaderlandse Top 40 lijsten verschijnen waarbij het mij op viel dat het noteringenverloop (als dat een woord is) behoorlijk afwijkt van het noteringenverloop in de huidige Nederlandse Top 40 (of Media Markt Top 40 zo u wilt). De Jaderlandse Top 40 lijkt wat dat betreft veel meer op de lijsten van de jaren 80.
Hoe zit dat precies? Daarvoor moeten we terug naar het begin van De Nederlandsche Top 40. Er waren al wel Top 40 lijsten vanaf 1958, maar die verschenen eens per maand dus die laten we even buiten beschouwing. De wekelijkse lijsten verschenen vanaf 1 januari 1965. In de 25 jarig-jubileum editie van het Hitdossier uit 1990 staat een single Top 7162, met alle liedjes die in die 25 jaar een Top 40 notering hebben gehad. Wat daarbij opvalt is dat de Top 10 van die lijst overwegend liedjes bevat uit het jaar 1965, en de overige in die Top 10 ook uit de jaren 60. De eerste 5 allemaal boven de 1000 punten, en nummer 10 ook boven de 800 punten. Het hoogste nummer uit de jaren 80, ‘(I’ve Had) The Time Of My Life’ van Bill Medley & Jennifer Warnes met 655 op nummer 19.
(Even voor degene die niet bekend zijn met de puntentelling: iedere week krijgt de nummer 1 40 punten, de nummer 2 39 punten, etc. en de nummer 40 krijgt 1 punt. De punten van iedere week dat een lied genoteerd staat worden bij elkaar opgeteld.)
Liedjes in de jaren 60 stonden vaak ook heel lang genoteerd. Boven de 20 weken was geen uitzondering, tot wel 41 weken. In de jaren 80, zeker in het begin hielt het zelfs voor de nummer 1 hits meestal wel op bij 11 of 12 weken. Uitzondering is de Vogeltjesdans in 1980 die 29 weken genoteerd stond, en trouwens niet hoger kwam dan plaats 8 . Ook kwam het in de jaren 60 voor dat nummers die zakten plotseling weer begonnen te stijgen. Dat was in de jaren 80 ook zeer zeldzaam. Alleen ‘I Know Him So Well’ in 1985 is dat ooit overkomen voor zover ik weet. Het aantal nieuwe binnenkomers lag in de jaren zestig doorgaans ook lager en daarmee het aantal hits per jaar ook. In 1965 kwamen er vaak per week maar een stuk 4 nieuwe liedjes bij. Soms waren dat liedjes die al eerder in de lijst hadden gestaan. Nu kwam dat in de jaren 80 ook wel voor (Dancing In The Dark van the Boss, Drive van The Cars, Sweet Child o’Mine van GNR) maar er kwamen gemiddeld toch wel zo’n 6 à 7 nieuwe liedjes binnen en 8 of 9 was ook geen uitzondering.
Het laat zich makkelijk verklaring. In de jaren 60 stond muziekindustrie nog in de kinderschoenen, althans in Nederland. Iedereen luisterde naar de zelfde zender. Het aanbod was gewoon minder: er was minder muziek en er waren minder radiozenders. Mensen hadden minder tijd en minder geld. De muziekindustrie was in de jaren 70 en 80 volwassen geworden (wat niets hoeft te zeggen over de kwaliteit van de muziek, want dat is een ander verhaal). De verkoopaantallen lagen in de jaren 80 ook een stuk hoger dan in de jaren 60. Er was met name in de VS en het Verenigd Koninkrijk een enorme muziekindustrie ontstaan, iedereen die maar een beetje gitaar kon spelen begon een bandje. Mensen hadden meer vrije tijd en geld om platen te kopen en concerten te bezoeken. Er was meer muziek, er waren meer subcultuurstromingen, en al die liedjes moesten met elkaar concurreren, om überhaupt op de radio gedraaid te worden, en als singles verkocht te worden. En omdat de noteringen gebaseerd waren op (indirecte) verkoopaantallen volgden de hits elkaar in rap tempo. Airplay telde nog niet mee.
De Nederlandse Top 40 meet de grote van een hit aan de hand van punten. Maar wie zegt dat het singeltje ‘La Danse De Zorba’ (1165 punten) meer verkocht is dan het singeltje Proudly Presents The Star Sister (met mevrouw Paay) uit 1983, met 422 punten het laagste aantal punten ooit voor een hit van het jaar. Het zijn maar punten en geen verkoopaantallen.
Met verkoopaantallen kun je in de 21e eeuw al helemaal geen lijsten samenstellen. Voordat we het over streamen e.d gaan hebben, toch nog even wat over de methode hoe de Stichting Nederlandse Top 40 aan de wekelijkse samenstelling kwam. Er is door de jaren heen sowieso niet altijd dezelfde methode gehanteerd zodat vergelijking tussen jaren meestal mank gaan. In de jaren 80 ging het althans als volgt: diverse platenzaken werden wekelijks benaderd door de Stichting, meestal telefonisch. Niet allemaal, maar wel steeds dezelfde, verspreid over het hele land om regionale verschillen te egaliseren. De platenverkoper werd gevraagd naar de 10 best verkochte singeltjes (en ook elpees natuurlijk voor de albumlijsten) van de afgelopen week, en ook vermelding van het verkochte aantal. Dus de verkoopaantallen tellen wel enigszins mee, maar het blijft een steekproef omdat ze niet allemaal meededen. De resultaten moesten allemaal verwerkt worden en er was het gedrukte exemplaar, dus er kwam een drukker aan te pas. Je bent dan ruim een week verder. Dat betekent dat de lijst die Veronica vrijdag draaide, gebaseerd was op verkoopresultaten van anderhalf daarvoor. Wie in die tijd de lijsten van de NOS (de Nationale Hitparade (Top 50) op woensdag en de Tros Top 50 op donderdag met Ferry Maat weleens vergeleek met de Nederlandse Top 40, zag dat de laatste genoemde altijd wat achterliep. Komt ook omdat bij het samenstellen van de Top 40 altijd de notering van de week ervoor ook meegewogen wordt. Dit voorkomt schokgolven. Waarom dat erg zou zijn heb ik nooit begrepen maar dat was het beleid. In de jaren 80 kwamen ook nooit liedjes heel hoog binnen. Wel eens keer op 13 in een extreem geval maar nooit op 1. Dat gebeurde wel bij de Nationale Hitparade in de jaren 80. In de Nederlandse Top 40 zijn er in totaal ooit 36 liedjes op nummer 1 binnengekomen, 7 in de jaren 60, de rest allemaal vanaf 1997. In de jaren 70 en 80 dus helemaal niet.
Doorgaans werden de Top 40 lijsten begin jaren 80 dus gekenmerkt door veel verloop, relatief korte noteringen (maar altijd tenminste 3 weken), veel superstippen en veel nieuwe binnenkomers. Er kwamen toen altijd wel nieuwe platen binnen met superstip dus op 25 of hoger. Maar bijvoorbeeld binnen op nummer 40 was een periode lang heel ongebruikelijk. Tot 17 maart 1984. Er leek op een of andere manier een bepaalde kentering te zijn gekomen. Die lijst was in 1 keer heel anders dan al zijn voorgangers. Om wat te noemen: de hoogste nieuwe binnenkomer pas op nummer 32 (‘Adult Education’ van Hall & Oates), en toch 7 nieuwe platen in de lijst. Heel opmerkelijk was het ontbreken van superstippen, en voor het eerst in jaren een plaat nieuw binnen op nummer 40. Waarom daarvoor niet en daarna wel vaker, geen idee. En die lage noteringen van de binnenkomers was geen uitzondering, al kwamen ze ook wel weer met superstip binnen. Nu waren er in de jaren 60 ook geen superstippen maar dat kwam omdat ze die toen nog hadden uitgevonden. Die zijn halverwege de jaren 70 bedacht.
De veranderingen even samengevat:
Kenmerk | Jaren 60 | Jaren 80 |
Puntentotaal grootste hits | Hoog (800-1000) | Niet hoog (400-500) |
Nieuwe binnenkomers | Weinig (gem. 4) | Meer (gem. 7) |
Binnenkomers | Mogelijk op alle plekken | Overwegend tussen 30-38, tussen 20-30 is al hoog |
Hoogste binnenkomer | Op 1 binnen kwam vaker voor. Soms ook een hele lage hoogste nieuwe binnenkomer omdat er nooit veel tegelijk binnenkwamen. | Op 1 niet voorgekomen, Top 15 zelden voorgekomen. Bijna altijd wel 1 of meerdere met superstip. |
Aantal weken van nummer 1 hits | 12 tot 20 weken. Langer de 30 weken komt ook voor. | 9 tot 15 weken. Langer de 15 weken bij hoge uitzondering. |
Aantal weken van top 10 hits | 10 tot 15 weken. Boven de 30 weken komt ook voor. | Een bescheiden top 10 hit staat er standaard 8 weken in. 6 weken kan ook. Langer dan 12 weken is een uitzondering. |
Aantal weken van niet-top 10 hits | Van 1 tot 20 weken. | Altijd tenminste 3 weken. Gemiddeld 5 Ã 6 weken. Langer dan 8 weken bijna niet. |
Jojo-effect | Het was niet ongebruikelijk dat liedjes weer gingen stijgen nadat ze gezakt waren. | Eenmaal een keer gezakt dan zat een stijging er niet meer. Sterker nog, blijven staan op een positie betekende eigenlijk de week erop zakken en daarna gauw exit. |
Meerdere hits per artiest gelijktijdig | Dat was helemaal niet ongebruikelijk. | Over het algemeen kwam dat alleen voor als de nieuwe hit al in aantocht was en de oude de lijst nog niet had verlaten. Het bleef dan meestal bij 2 noteringen tegelijkertijd. Maar er zijn voorbeelden van artiesten die 3 hits tegelijkertijd hadden. |
Conclusie: De jaren 80 was een decennium van veel kortstondige hits. Omdat het aanbod groter was dan in de jaren 60 en omdat de muziekindustrie volwassen was geworden.
Dan zou je verwachten, als je de lijn doortrekt, dat de hits nu nog talrijker en kortstondiger zijn. Maar paradoxaal genoeg is dat precies niet het geval. De Top 40 hitlijst van nu lijkt juist veel meer op die van de jaren 60. En die verandering heeft zich in de jaren 90 al ingezet en is alleen maar sterker geworden. De grote hits van nu, zijn zelfs groter dan de grote hits in de jaren 60. Boven de 1000 punten komt al regelmatig voor. Hoe zit dat precies?
Wat we zien is dat de grootste hits steeds meer punten vergaren. Er zijn minder hits maar wel veel grotere hits. Althans gemeten in punten. Verkoopaantallen zegt tegenwoordig helemaal niks want verkocht wordt er niet meer zoveel. Een hitlijst weerspiegelt de populariteit van liedjes op een bepaald moment. Bij populariteit hoort ook airplay en het meten en verwerken er van in de hitlijsten, daar zijn ze in de jaren negentig al mee begonnen. Vandaar dat de platen langer in de lijst bleven staan. Tegenwoordig telt men behalve airplay en verkoop (zowel fysiek als online) uiteraard ook het streamen mee. Dan is de lijst en de puntentelling sowieso niet meer te vergelijken met die van decennia ervoor toen men dat anders mat. Maar hoe wil je het anders doen. En er zijn minder nieuwe binnenkomers per week, vaak maar 3. Dat is toch opmerkelijk, het kan niet aan het aanbod liggen, dat is met bijvoorbeeld spotify eindeloos groot. Groter dan ooit.
Paradoxaal genoeg zijn er bij een eindeloos groot aanbod en veel meer zenders en consumptiekanalen dan vroeger niet heel veel kleine hitjes, maar toch juist veel grote hits. Wat zegt het? Misschien dat er een grote mainstream is die veel naar dezelfde vertrouwde kanalen luisteren. Misschien een bewijs van de theorie over de wisdom of the crowd? Lijkt me sterk als liedjes zoals The Ketchup song of die van Jody Bernal hits van het jaar worden.
Misschien komt het door kopieergedrag. We hebben betere toegang tot informatie dan ooit. En om in plaats van die ene nog niet ontdekte bijzondere song te ontdekken op bijvoorbeeld spotify, gaan heel veel mensen toch kijken wat de populairste liedjes zijn, gaan ze die draaien en worden die nog populairder en blijven ze nog langer in de lijst.
Het past ook in het beeld dat veel mensen van de moderne maatschappij hebben, namelijk dat er sprake kan zijn van een groeiende ongelijkheid in de maatschappij. Anders dan in een economie, waarbij de totale geldhoeveelheid kan groeien en inflatie kan optreden, worden er in de Top 40 iedere week evenveel punten verdeeld en die worden niet meer maar ook niet minder waard. Of we nu praten over de jaren 60, de jaren 80 of de huidige jaren 10, 40 punten is 40 punten en meer kun je er in een week niet verdienen. Als je op 1 staat, kan een ander daar niet staan. Als er 6 liedjes binnenkomen, gaan er ook 6 uit. Er passen iedere week precies 40 liedjes in de lijst. Als er dus gemiddeld iedere week minder liedjes in de lijst binnenkomen en liedjes blijven er langer in staan, dan neemt de ongelijkheid in punten inderdaad toe.
Is dat erg? Nee dat hoeft niet erg te zijn, maar je kunt het wel zien als verschraling. De liedjes zelf krijgen misschien meer aanzien, omdat het zulke grote hits zijn, in punten en in aantal weken notering. Maar het zegt misschien ook iets over het publiek van de Top 40. Of over de radiozenders die natuurlijk hun invloed hebben.
Mensen hebben natuurlijk hang naar herkenbaarheid. Men luistert graag naar wat men kent en herkent. Radiozenders kiezen natuurlijk graag voor liedjes die bekend zijn of bekend klinken. En als het nieuw is moet het wel in het straatje passen. Lange nummers zijn sowieso een probleem op de radio. Want voor veel mensen gaat een liedje langer dan 5 minuten wel vervelen, een vervelend liedje van 3 minuten zing je nog wel uit.
Een plaatselijke radiozender draaide in 1993 ‘I’d Do Anything For love But I Won’t Do That’ van Meatloaf weleens 20 keer per dag. Dat vond ik zelf ook wat vaak maar het probleem was dat men altijd de 4 minuten radioversie draaide, nooit de 12 minuten album versie. Maar als je als luisteraar dat liedje niet mooi vindt, haak je ruim voor het einde af. Dus het is wel begrijpelijk.
Het geeft tegelijkertijd aan dat populaire radio vrij schraal is. Heel veel muziek in de lijst lijkt ook veel op elkaar. Dat zou je ook al kunnen zeggen van de popradiozenders in de jaren 80 en zelfs van die in de jaren 60. Maar gezien het ruime aanbod van nu is dat eigenlijk heel raar. Met zoveel aanbod en zoveel diversiteit in muzieksoorten aan de aanbodkant en subculturen aan de vraagkant, zou je een veel grotere mix en een snelkookpan qua noteringenverloop verwachten.
Die subculturen zijn er wel degelijk. En die diversiteit in muzieksoorten ook. Maar er is een onderscheid in mainstream en niches. De mainstream is alleen maar nog meer mainstream geworden en de niches nog diverser. En dat komt omdat de mogelijkheden met downloaden en streamen eindeloos zijn.
Vroeger moest je het hebben van de platen die de plaatselijke platenwinkel in zijn rek had staan. Voor de Top 40 waren een stuk of 70 singeltjes (Top 40 + de Tipparade Top 30). Nu zijn er veel meer artiesten. Iedereen kan in feite zijn eigen liedje thuis of in een lokale studio opnemen en op YouTube zetten. Iemand liket het en als het een beetje aanslaat, landsgrenzen doen er ook al niet meer toe, kan het zomaar een heel eind komen. Vroeger, met de macht van de platenmaatschappijen, was dat onmogelijk. In deze tijd is dat natuurlijk ook wel moeilijk, maar dat is omdat de concurrentie schier eindeloos is. En dat komt ook omdat de popmuziekhistorie nu veel omvangrijker is. Alle in het verleden gemaakte muziek is nu snel en goedkoop, of praktisch voor niks, toegankelijk. Dat is allemaal extra concurrentie voor liedjes in de hitlijsten. Al die extra concurrentie maakt uiteindelijk helemaal geen kans om in de hitlijsten te komen, want dat is omdat er daarvoor te veel liedjes zijn, en uiteindelijk de consumptieaantallen te laag. Het valt vanzelf buiten de meting.
Zo wordt het voor een niche nog moeilijker om mainstream te worden. De huidige mainstream is dus smal in aanbod maar wel voor een breed publiek.
De manier van meten is ook een factor. Voor de precieze uitleg verwijs ik naar https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Top_40. Daar is natuurlijk altijd al discussie over geweest. In de jaren 60, in de jaren 80 en ook nu is dat niet anders. Alleen nieuwe liedjes tellen, dus al die ouwe meuk valt sowieso al af. Men maakt gebruik van een wisselend panel van 200 personen van 13 tot en met 39 jaar. Dus als alle 40 plussers allemaal een nieuwe hit ontdekt hebben en massaal kopen en luisteren, dan zal het in de Top 40 nog steeds niet te vinden zijn, als er niet ook een paar jongere mensen op stemmen. Toch is de meetmethode van minder belang, hooguit dat airplay wel het effect heeft dat liedjes langer in de lijst blijven. Maar het betrekken van downloads en streaming in de meting is nu eenmaal onvermijdelijk omdat dat vooral de consumptieaantallen zijn. Dat men zich richt op een jong panel maakt geen verschil met vroeger want dat is dezelfde doelgroep als vroeger (niet dezelfde generatie maar wel dezelfde leeftijdsgroep. Hooguit kun je vinden dat de groep wat klein is).
De ontwikkeling die we hier in de hitlijsten zien is een beetje te vergelijken met de ontwikkeling in de UEFA Champions League. De grote clubs worden steeds groter en de matige clubs steeds matiger. De winnaar van de Champions League zal, als het systeem niet verandert, alleen maar uit 1 van de 5 grote landen komen. En de grote clubs uit die 5 landen worden alleen maar groter. Het heeft andere oorzaken en de vergelijking met de artiesten in de hitlijsten gaat al gauw mank, maar een parallel is het wel.
Wat ook een rol kan en zal spelen is sturing (om niet te zeggen manipulatie maar dat valt niet uit te sluiten). Artiesten worden gemaakt. Natuurlijk kom je zonder talent en hard werken nergens. Maar waarom de een wel en de ander niet? Dat heeft met invloed (je netwerk), sturing (je kruiwagen) en geluk te maken. Radiozenders die op safe spelen. Het is ook een wisselwerking. Radiozenders draaien wat ze denken dat hun publiek mooi vindt. En luisteraars luisteren naar de zender waar ze goede of op zijn minst herkenbare muziek draaien. Voorspelbaarheid is voor de commercie wel prettig en dat wordt dan ook gecultiveerd. Artiesten worden dus gemaakt. Wil je als artiest groot worden, luister dan naar de mainstream, dan luistert de mainstream hopelijk ook naar jou.
Even kort samengevat, de Top 40 hitlijst van nu lijkt meer op die van de jaren 60 dan op die van de jaren 80. De veranderingen die we afgelopen 30 jaar hebben gezien die hier mee te maken hebben zijn:
- Vanaf de jaren 90 telt airplay ook mee
- In deze eeuw zijn downloads en streaming ook mee gaan tellen
- Aanbod is geëxplodeerd en toegankelijkheid is enorm vergemakkelijkt
- Versplintering van muzieksoorten en stijlen en navenante verdere ontwikkeling van subculturen en subsubculturen, met een enorme diversiteit aan niches als gevolg.
- Tegelijkertijd verenging van de mainstream
Het is nog wel de vraag of de mainstream groep nu tegenwoordig een groter percentage van de markt vertegenwoordigt dan vroeger. Als dat zo is, dan is het logisch dat de rest er niet aan te pas komt. Maar ik waag te betwijfelen of die groep nu wel groter is. Ik denk het niet. En wel omdat er nu zoveel meer muziekaanbod is en ook meer toegankelijkheid. Er is voor veel meer artiesten de mogelijkheid om hun doelgroep te bereiken, juist ook in minder populaire genres, zoals alternatieve of experimentele muziek. Voor elk wat wils en dat is absoluut een verrijking in het algemeen. Of alle artiesten dat te gelde weten te maken is een tweede. Van Spotify zullen ze het niet moeten hebben. Men zal weer moeten optreden, net als in de tijd van voor de geluidsdrager (nog een parallel met vroeger). Maar al die niches en subgroepen bij elkaar vormen toch een hele grote groep die zowel commercieel als artistiek niet verwaarloosd mag worden. Alleen halen ze voor de hitlijsten nooit de ‘kiesdrempel’. Het is dus voor de mainstream groep helemaal niet belangrijk of ze een groter of kleiner percentage van de markt vertegenwoordigen. Als al die niches maar klein genoeg zijn, zijn ze uitgesloten van de hitlijsten en halen de grote hits hun steeds hogere puntenaantallen toch wel.
Conclusie:
De mainstream muziek wordt steeds smaller en homogener in aanbod en de mainstream doelgroep groter. Tegelijkertijd zijn er veel meer niches, zeg maar subculturen en subsubculturen die niet terug te vinden zijn in de hitlijsten. De verenging van de mainstream wordt veroorzaakt door een zichzelf versterkend systeem van ‘u vraagt wij draaien’ en ‘wat een boer niet kent vreet ie niet’. Resonantie noemen ze zo’n zichzelf versterkend effect in de natuurkunde. Resonantie kan dus ook bestaan in een cultuur. In de natuurkunde gaat dat wel eens fout. Bijvoorbeeld de Tacoma Bridge in 1940 die het al bij windkracht 5 begaf: resonantie. Of laten we in de context blijven: bellers die op de radio komen en diezelfde zender hebben opstaan: de boel begint steeds luider te piepen tot het ondraaglijk wordt en er schade aan apparatuur of gehoor ontstaat. Meestal komt het zover niet. Hoe het gaat aflopen met de steeds engere mainstream muziek en grotere mainstream groep weet ik niet. Ik ben geen doemdenker maar als de boel figuurlijk uit elkaar knalt is dat ook een oplossing. Maar een probleem is het natuurlijk niet. Niemand hoeft iets met die hitlijsten, er zijn gelukkig tegenwoordig tal van mogelijkheden om muziek te ontdekken.
Hoe dan ook, voor muziekliefhebbers die wat meer diepgang of iets speciaals zoeken zijn hitlijsten steeds minder relevant. De muziekhitlijsten van nu vind ik zelf helemaal niks, maar dat was u al duidelijk. Het is ook maar net wanneer je geboren bent. Over het algemeen wordt je muzieksmaak (en nog veel meer) bepaald in je tienerjaren, zo is mijn stelling. De generatie van mijn ouders vond veelal de muziek uit hitlijsten van de jaren 80 ook niks, al zijn er gelukkig veel uitzonderingen.
Afgezien van de muziek die er in staat, is ook het noteringenverloop van de huidige Nederlandse Top 40 niet mijn stijl. Nee, ik ben in aanraking gekomen met de gedrukte exemplaren van De Nederlandse Top 40 in het jaar 1983 en heb van de jaren erna alle gedrukte exemplaren intensief beleefd. Begin jaren 90 ben ik ermee gestopt omdat de muziek me toen al niet meer beviel. Omdat ik met die gedrukte exemplaren uit de jaren 80 zo druk ben geweest, is dat mijn referentiekader voor wat betreft het noteringenverloop. En dat is zoals de noteringen in de Jaderlandse Top 40 van 2018 ook verlopen.
Dat geeft vooral veel pluspunten voor de Jaderlandse Top 40. De muziek is natuurlijk sowieso een stuk beter, veelzijdiger en van alle tijden, maar er zijn ook sowieso meer liedjes. En als er dan eens iemand zeer hoog binnenkomt of een lied haalt meer dan 800 punten, dan is dat ook extra bijzonder. De Jaderlandse Top 40 is een eigenzinnige lijst die een inspiratiebron kan zijn voor iedereen en zeker ook voor mensen die zich vooral op de populaire hitlijsten oriënteren. Er komen nogal wat genres in voor. Ik wil u niet in verwarring achterlaten maar ik moet het toch zeggen: ook in de Jaderlandse Top 40 staat meer dan eens mainstream muziek. Welke? Ga luisteren…