Eindoordeel 2018
2018 is nagenoeg voorbij. Bij tal van nieuwsmedia wordt op van allerlei manieren de balans opgemaakt van het aflopende jaar. Ook Bureau Jaderland maakt zich hieraan schuldig zoals je hebt kunnen zien, met de Top 100 Jaarlijst en uitgebreide statistieken.
Ook verschillende popjournalisten en redacties van muziektijdschriften doen uitspraken over wat het beste liedje of de beste artiest van het jaar is. En sommigen geven een eindoordeel over het muziekjaar in het algemeen. Zo vindt hoofdredacteur Tjerk Lammers van Lust For Life dat 2018 geen indrukwekkend jaar is.
Voor zo’n eindoordeel zijn er nog wel wat kanttekeningen op te maken. Zeker, ik zou zelf ook niet durven beweren dat 2018 een topjaar is op muziekaalgebied. Voor Bureau Jaderland zelf wel, want we zijn nog nooit zo actief geweest, ook niet in de begin jaren. Maar de muziek die dit jaar in de Jaderlandse Top 40 goed gescoord heeft is overwegend van eerdere jaren. Weliswaar is zo’n 25% van alle liedjes ook daadwerkelijk van dit jaar, meer dan van welk jaar ook. Maar als de 3 beste liedjes van 2018 in de Top 100 uiteindelijk eindigen op respectievelijk 10, 15 en 23 dan is dat niet de echte top.
Wel vind ik dat er opvallend veel grote artiesten dit jaar nieuw werk hebben uitgebracht. En dan hanteer ik voor grote artiesten Jaderlandse criteria. Beth Hart, Joe Bonamassa, The Editors, Snow Patrol, Jonathan Jeremiah, Sandra van Nieuwland, Live, Mark Knopfler, John Hiatt. Daar zitten er echt een paar bij waar ik naar heb uitgekeken. En dan valt het resultaat in sommige gevallen toch tegen. Met name Jonathan Jeremiah, Sandra van Nieuwland en Live. Die hebben in het verleden zo ontzettend goed werk geleverd, dat de verwachtingen natuurlijk ook hoog gespannen waren, dat ze dat in mijn oren (nog) niet waar hebben kunnen maken met hun albums van 2018. Maar het kan ook zijn, omdat ik ook zoveel andere muziek luister, dat ik hun nieuwe werk nog niet voldoende de kans heb gegeven. Maar die keren dat ik het luisterde sloeg de vonk nog niet over.
Wat zijn dan die kanttekeningen, zul je denken. Welnu. Muziek is heel persoonlijk, omstandigheden-gebonden, dat ook. Als je professioneel zit te luisteren onder neutrale omstandigheden en je hebt al tienduizenden andere liedjes gehoord, dan ben je nooit zo onbevangen. Je beoordeelt vakmatig. Of je leeft je in, maar je bent altijd vooringenomen. Je hebt je eigen smaak, je bent van een bepaalde generatie en hebt je eigen referentiekader, je behoort tot een bepaalde subcultuur. Wie ben je als veertiger of vijftiger om te oordelen over de popmuziek uit de hitlijsten van nu. Dat mag natuurlijk, maar het is per definitie gekleurd. Kan popmuziek beter of slechter zijn? Het is allemaal subjectief, zelfs als je als groep zou gaan stemmen, is het nog steeds subjectief. Als je dit jaar de liefde van je leven hebt ontmoet, net in een periode dat je een bepaald liedje of artiest veel hoorde, dan is dat geweldige muziek. En als de relatie stand houdt dan is dit over tien jaar nog steeds je favoriet. Dus is het persoonlijk en omstandigheden-gebonden.
Hoe subjectief en persoonlijk muziekbeoordeling en beleving is, bewijzen zijn medewerkers die allemaal een ander album hebben benoemd als beste album van het jaar.
Er is nog een aspect. En dat is tijd. Het is moeilijk een eindoordeel te geven over een jaar dat net aan het aflopen is. Net als een kunstwerk waar je met je neus vlak op staat. Dan heb je waarschijnlijk ook niet het juiste perspectief om het op zijn mooist te zien of om een goed oordeel te geven. Je moet soms een beetje afstand nemen om een goed oordeel te geven.
Bij hun redactie zijn ze lyrisch over het jaar 1967. Zouden mensen aan het van dat jaar ook al zo lyrisch zijn geweest. Misschien wel, maar popmuziek stond toen in de kinderschoenen en met het verstrijken van de jaren werd duidelijk hoe bijzonder dat jaar feitelijk was. Als je kijkt in mijn Jaderland Top 5000 is 1967 helemaal niet een opvallend goed jaar, en dat komt door eerder genoemde factoren (subjectiviteit, generatie, etc.). Voor Jaderland zijn met name 1976 en 1984 topjaren. In de betreffende jaren besefte ik dat geenszins. Eerstgenoemde jaar is logisch, ik was toen te jong en heb alles achteraf moeten ontdekken. Maar 1984 heb ik heel bewust meegemaakt. Het was voor mij toen een normaal muziekjaar. Achteraf blijkt het een waanzinnig goed jaar te zijn geweest. Niet voor de popkenners, zeker niet onder hen die zich als serieuze popkenner beschouwen, die verafschuwen de jaren 80 soms. Dat het voor mij wel geweldig was, is een kwestie van leeftijd, je hebt de leeftijd waarop je gevormd wordt. Hier ook weer die generatie bepaalde factor. Maar daar ging het hier niet om, het ging er om dat je pas later ontdekt hoe goed (of niet) iets is. Muziek moet soms ook even rijpen. Individeel kan dat. Toen ik vroeger in de Cd-zaak ‘Misplaced Childhood’ en ‘The Pros And Cons Of Hitchhiking’ ging luisteren was ik aan het twijfelen of ik ze zou kopen. Ze kregen het voordeel van de twijfel. Decennia lang vond ik het goede albums en ben ze zelfs steeds beter gaan vinden. Kijk nou waar ze staan in mijn Album Top 500: nummer 1 en nummer 3. Collectief kan het ook. Kijk naar de herwaardering van artiesten als Leonard Cohen, Paolo Conte, Jacques Brel, maar ook REM en Lou Reed.
En er is nog iets. We kunnen niet zeggen dat muziek vroeger beter was, vinden we wel maar dat is subjectief. Er was vroeger nu eenmaal minder muziek en minder muziekgeschiedenis. En er werd door de radiostations (en pluggers) bepaald wat we te horen kregen. Doen ze nog wel, maar er is veel meer aanbod. Niet alleen meer radiozenders, maar ook YouTube, Deezer, Spotify etc. Dus hoe willen we uit al die tienduizenden liedjes bepalen dat er weinig is om je druk over te maken? Het kan zijn dat we jaren later nog eens een paar briljantjes ontdekken uit 2018.
We kunnen deze opvatting van Tjerk Lammers alleen delen als we het beschouwen als iemands persoonlijke, selectieve momentopname. Niet meer en niet minder.
Voor Bureau Jaderland was 2018 een indrukwekkend jaar. Met fantastische muziek, ook uit 2018 zelf.